HISTORISCHE ACHTERGROND
Het grootste van de drie ateliers, en gezien als het Theo Lohmann atelier, kent ook een interessante geschiedenis. Theo Lohman kocht het in 1924 van Jurriaan van der Vliet uit Laren voor “amotie” naar zijn perceel aan de Schapendrift. Het perceel werd door de Dooyewaard Stichting gekocht van Vera Gerson Lohmann die daar haar hele leven gewoond had en toen 92 jaar oud was. Vera herinnerde zich nog hoe het atelier arriveerde op een boerenkar vanuit Laren “van ergens achter de molen” en dat haar vader bezorgd was dat er geen bomen beschadigd mochten worden bij de plaatsing op hun terrein. Ze was toen een jaar of 7. Het atelier kwam uit Laren uit een buurt waar meerdere houten ateliers stonden aan de Molenweg 297 , destijds de rand van het dorp. Uit het gemeente archief van Laren bleek dat het hier ging om het atelier van schilder Ferdinand Hart Nibbrig. Het dateert waarschijnlijk uit 1894 toen Hart Nibbrig zich in Laren vestigde, maar het zou kunnen dat hij in een al bestaand atelier trok. P.H. van Moerkerken geeft in zijn sleutelroman “de Ondergang van het Dorp” een fraaie beschrijving van de ateliers die in de periode rond 1880 door de lokale timmerman voor de kunstenaars gebouwd werden. De beschrijving die van Moerkerken geeft lijkt rechtstreeks van toepassing op het atelier Lohmann. Dat zou daarmee het enig bewaard gebleven losse Larense atelier zijn uit de tijd van Mauve.

Hart Nibbrig heeft van 1894 tot zijn overlijden in 1915 grotendeels in Laren gewoond. Hij brak met de schildertraditie van Mauve – geen destijds zeer populaire schapen op de hei of boerinnen met kind. Hij heeft bewust geprobeerd het licht te vangen en schilderde in frisse, helle kleuren zon overgoten taferelen, vaak in een pointillistische stijl. Zijn portretten tonen doorgroefde koppen van Larense boeren en zijn grote werk De Erfgooiers vol met opstandige boeren gaf een veel realistischer beeld van de lokale harde werkelijkheid dan de liefelijke boeren interieurtjes.

Na Hart Nibbrig is het atelier van 1917-1922 gebruikt door J.J.H. ‘Anna’ Sluijter – één van de eerste vrouwelijke kunstenaars die tot de Luministen gerekend kan worden. Sluijter woonde in het atelier met haar zoon Albert, destijds nog student, maar bij zijn overlijden geroemd als violist en klavecimbelbouwer. Het lijkt waarschijnlijk dat het atelier eerst gestaan heeft in de tuin naast het woonhuis van Hart Nibbrig aan de Naarderstraat in Laren en ook door ‘amotie’ verplaatst is naar wat destijds slechts aangeduid werd als ‘297’ (het 297e pand in Laren). Onderzoek heeft uitgewezen dat ‘297’ lag aan de huidige St. Jansstraat 34B in Laren. Dit was destijds een creatief buurtje. Het atelier stond er naast meerdere ateliers en vlak bij de succesvolle galerie, de ‘Larensche Kunsthandel’, van Nico van Harpen. Het pension van de weduwe Kam, het ‘Boarding House’, was dé plek waar buitenlandse kunstenaars hun intrek namen en ook dat lag naast het atelier. In 1931 komt er vergunning voor een bij te plaatsen serre. Volgens familie overlevering van een af te breken villa in Baarn. Tot zijn overlijden in 1963 woonde en werkte Theo Lohmann in dit atelier en daarna is het altijd door zijn dochter Vera gebruikt.